“De Nederlandse les is een mooie extra arbeidsvoorwaarde bij WBM.”
Het is vaste prik op vrijdag; de taalles van taaldocente Wil Hillen voor een groepje WBM’ers. Zij biedt maatwerk scholing waarmee de medewerkers direct aan de slag kunnen. “Het is vraaggericht”, zegt Wil hierover. “Ik stem de inhoud af met de medewerkers en ploegbazen. De opgedane kennis is op die manier direct toepasbaar.”

Voorafgaand aan de lessen liep Wil met de opleidingscoördinator van WBM – Marianne – door de fabriek. Daar sprak ze met collega’s op de werkvloer en observeerde ze welke termen relevant konden zijn: “Ik fotografeerde allerlei zaken waarmee de productiemedewerkers dagelijks te maken hebben, zoals de gereedschapsborden, de paletstapelaar en de bovenloopkraan. Dat werd een volledig document met foto’s en vocabulaire.”
De eerste les voor WBM’ers startte meteen in het Nederlands met voorstellen, mede ook om het niveau te bepalen. “Daarna gingen we oefenen met de vocabulaire. Die wordt regelmatig herhaald en ook getoetst. Het helpt hen bijvoorbeeld ook met vlot werktekeningen uitlezen, waarop Nederlandse termen – zoals spiegelbeeld en toleranties – staan.”
Goed geïnformeerde WBM’ers
Naast de technische termen laat Wil ook diverse relevante thema’s de revue passeren. Wil: “Als arbeidsmigrant heb je bijvoorbeeld niet altijd kennis van hoe bepaalde zaken tussen werkgever en werknemer werken. Wat staat er precies in mijn arbeidscontract? Hoe zit dat met pensioen en vrije dagen? Waar betaal ik precies belasting over en hoe werkt dat? Voor je werknemer zijn dat belangrijke onderwerpen om goed over geïnformeerd te zijn. Goede communicatie bij eventuele incidenten is ook een terugkomend thema. Denk hierbij aan termen zoals brandblusser, verzamelplaats bij calamiteiten en de nooduitgangen. Ook help ik hen bij de voorbereiding van ontwikkelgesprekken.”
Taaltest
Onlangs vond er voor de deelnemers een uitgebreide taaltest plaats; de ploegenoverdracht moest volledig in het Nederlands. “Dat betekent enerzijds dat je in de verleden tijd moet kunnen praten; ik heb dit gesneden of gezet. Anderzijds moet je ook kunnen vertellen wat je gaat doen, dus in de toekomst praten. Dat vraagt al behoorlijk wat kennis van de taal. De deelnemers hebben dat heel goed gedaan. Ik krijg ook via via terug dat er niet alleen beter, maar ook méér Nederlands gesproken wordt. Dat is een mooie ontwikkeling.”
Wil kijkt elke week uit naar de taalles bij WBM: “Ik geef 2 uur op vrijdag les in een groep en 1 uur individueel met een medewerker. Je leert de deelnemers echt kennen en dat moet ook; een relatie opbouwen met de studenten. Zo krijgen de lessen meer diepgang, en ze hebben al mooie stappen gemaakt!”
Dit is een verhaal uit ons opleidingsmagazine Leer!. Wil je een exemplaar van de Leer! ontvangen? Mail dan naar solliciteren@wbm.eu